Epiloog, zaterdag 10 juni

10 juni 2017 - Almere, Nederland

Gisteren weer de lange reis terug gemaakt. Om half zes stond ik naast mijn bed, tien over zes vertrok het busje naar het vliegveld en om tien over acht steeg mijn eerste vlucht op. Eigenlijk ging alles redelijk soepel. We waren met zes Europeanen die allemaal naar Amsterdam vlogen. Schiphol is de vaste hub voor China Southern Airlines, dat samenwerkt met de KLM. We hadden een overstap in Ximen (nabij Hong Kong). We waren daar wel een beetje nerveus over. We moesten onze bagage daar afhalen en dan weer helemaal opnieuw inchecken en dat alles binnen twee uur. Maar het viel allemaal erg mee en we hadden ruim de tijd. Alleen heb ik helaas mijn goede leesbril in het eerste vliegtuig laten liggen.

De tweede vlucht nam twaalf uur in beslag. Ik ben maar eens een keertje gaan bing-watchen: een hele tv-serie in een keer kijken. Het lukt net niet; ik had net niet genoeg tijd om de laatste aflevering van de serie Westworld te kijken. Die moet ik nog ergens opscharrelen. Mooi gemaakte serie met goede acteurs.

En om zes uur ’s avonds in Nederland (12 uur ’s nachts in China) stond ik op Schiphol. Heerlijk om weer thuis te zijn. Weer lekker bij Liesbeth en de kinderen, mijn eigen potje thee en de volgende ochtend een echte broodmaaltijd.

Terugkijkend was het een mooie tijd. Ik ben blij dat ik dit toch nog weer eens een keer heb mogen doen. Sportief gezien viel het me tegen. Vijftiende met 5 uit 8 kan wel door de beugel. Ik heb eigenlijk vrijwel altijd zo’n score behaald. Maar als je kijkt naar mijn tegenstanders valt het toch tegen. Van zeker vier van mijn vijf tegenstanders moet ik eigenlijk met mijn ogen dicht kunnen winnen. En daar was het toch spannend tegen. Mijn drie verliespartijen waren tegen sterke tegenstanders maar daar had ik eigenlijk toch minstens een punt tegen moeten behalen. Ik merkte dat de scherpte niet aanwezig was. Ook ontbrak het me aan de nodige fighting spirit; de mogelijkheid om uitdagingen van de tegenstander te beantwoorden met originele zetten om de partij een andere wending te geven. Mijn go-stijl moet het van die originele zetten hebben. Ik ben slecht in partijen waar ik probeer de stand in evenwicht te houden om uiteindelijk door beter eindspel met een klein verschil te winnen. Niet voor niks eindigden zeven van mijn acht partijen tijdens het NK in januari in een overwinning door opgave en de enige die geteld werd, won ik met meer dan 30 punten.

Maar de ervaring op zich is natuurlijk fantastisch. Een week in een vijf-sterren-hotel volledig verzorgd is natuurlijk al prachtig. maar wat het echt geweldig maakt is het samenzijn met mensen waarvan go een belangrijk deel van hun leven uitmaakt. Dit keer waren er extra veel wat oudere deelnemers die ik al lang ken. Maar ik heb ook  weer kennis gemaakt met diverse jonge mensen. Zo heb ik lang gesproken met de Italiaanse deelnemer van 12 en zijn moeder. Mooi dat er toch iedere kker weer nieuwe go-generaties opstaan.

Toch maak ik me wel een beetje zorgen over go in het westen. In de traditionele grote go-landen in het verre oosten is een grote nieuwe golf van nieuwe spelers gekomen door de publiciteit rond Alpha-go. Maar in de meeste westerse landen hoor ik toch meer over een stilstand of zelfs een achteruitgang van het aantal spelers vooral op de verenigingen en toernooien. Met de Franse deelnemer haalde ik herinneringen op aan de toernooien in Parijs die altijd met Pasen plaatsvinden. Dertig jaar geleden gingen we daar met drie volle auto’s vanuit Eindhoven naar toe.  Zo’n 350 deelnemers telde het toernooi in die dagen. Twintig jaar geleden kwam een busje vol vanuit Amsterdam mij oppikken. Tijdens die reis sloeg de vonk tussen mij en Liesbeth, die het busje geregeld had. En dat is nu mijn vrouw. Ook toen waren er zeker 250 deelnemers vanuit heel Europa. Tegenwoordig heeft het toernooi in Parijs net iets meer dan 100 deelnemers. Dit komt deels door internet waar het makkelijker en goedkoper is om tegenstanders te vinden. Maar of dat de leegloop bij clubs voldoende opvangt? De toekomst zal het leren.

Natuurlijk hoop ik wel dat ik dit nog eens ooit kan meemaken. En dan wil ook echt meedoen voor de topplaatsen. Ik spiegel me dan graag aan de prof waar ik de grootste fan van ben: Fujisawa Shuko (mijn oudste zoon Joris dankt zijn tweede naam, Shuko, aan hem). Fujisawa pakte op zijn 51ste de belangrijkste titel die in Japan te behalen viel. En ondanks dat hij zich de rest van het jaar voornamelijk over gaf aan de drank, stond hij één keer per jaar weer klaar om zijn titel te verdedigen. Dat hield hij zes jaar vol. En ook op zijn 61ste veroverde hij nog een titel die hij nog een jaar verdedigde. Dus, toekomstige NK-deelnemers: van mij zijn jullie voorlopig nog niet af.

Ik heb de foto’s van mijn camera in nieuwe mapjes gezet met als titel ‘update-‘ gevolgd door de datum waarop ze gemaakt zijn. Iedereen bedankt voor jullie leuke reacties op mijn blog. Ik vond dit leuk om te doen en ik hoef straks niet aan iedereen een keer hetzelfde verhaal te vertellen.

Groetjes, Frank

1 Reactie

  1. Filip:
    12 juni 2017
    Leuk Frank!
    Een mooi en openhartig verslag, eeen plezier om te lezen!